• Lorem ipsum

Technisch beter schaatsen? Met de Cádomotus Balance ‘ga je vanzelf de goeie dingen doen’

13 Oct 2020
door Johan Boef

Als je het over schaatsen hebt, dan heb je het over balans. Is die balans optimaal, dan gaat het schaatsen ook beter. Een technisch goede schaatser rijdt nou eenmaal makkelijker dan iemand met minder techniek, dat is geen geheim. De Cádomotus Balance belooft meer balans, met een betere techniek en dus meer snelheid en schaatsplezier als royale bonus. Hoe de Balance zich houdt op drie heel verschillende ijsbanen lees je hier.

 

Als pure, maar fanatieke liefhebber rijd ik mijn rondjes op de Vechtsebanen in Utrecht. Ik rij al jaren iedere zondagavond een marathon op de eigen baan, met regelmatig uitstapjes naar een van de andere zes banen in ons gewest. Met verschillende natuurijsklassieker, Alternatieve Elfstedentochten en een tiental NK’s, kan ik terugkijken op een aantal mooie ervaringen. Als schaatser ben ik altijd op zoek naar verbetering: conditioneel, tactisch, maar natuurlijk vooral technisch. Ik ben namelijk een pure krachtrijder, waardoor het gevaar dat je de techniek verwaarloost altijd om de hoek ligt. Dan verval ik in slordig rijden, en dat helpt niet in een koers over 70 ronden of meer. 

 

Testen op duur, bochten en snelheid

Ik besluit de Cádomotus Balance te testen op drie verschillende ijsbanen, met ieder een eigen type ijs: Leisure World in Dronten, Triavium in Nijmegen en de Uithof in Den Haag. Met het nieuwe setje in de tas beland ik in Nijmegen na een nogal ingewikkelde looproute op het middenterrein, waar de coronamaatregelen met bijbehorende 1,5 meter het makkelijkst te handhaven zijn. Het is de eerste keer dit seizoen dat ik op het ijs sta, dus ik besluit ondanks de verleiding, eerst mijn oude schaatsen onder te binden. Dat went waarschijnlijk makkelijker en maakt de vergelijking straks ook eerlijker. 

Het halfuurtje op mijn vertrouwde ijzers voelt vanaf het begin af aan goed. Ik besluit op de vrijwel lege baan een aantal oefeningen te doen, die ik dan straks kan herhalen op de Balance: een rustig stukje duurtraining op schaatstechniek, met aandacht voor valbeweging en doorstrekken in de bocht, een blokje waarin ik de bocht maximaal wil uit accelereren, een kort blokje met telkens een versnelling op het rechte stuk, en tot slot een drietal 500 meters op volle snelheid. Het valt me niet tegen hoe ik de verschillende setjes op mijn eigen schaatsen afwerk, maar voel wel dat er flink wat slordigheidjes zijn ingeslopen. Dat is geen nieuws, dat gebeurt ieder jaar. 

 

Dwingen in de juiste schaatshouding

Dan is het tijd voor de Balance. Best spannend. Ik heb thuis de thermoplastische schoen in de oven verwarmd om de pasvorm optimaal te maken. Als ik voel hoe mijn voet de lucht uit de schoen drukt en er perfect in floept, weet ik dat die missie geslaagd is. De eerste slagen zijn gelijk wat onwennig. Ik krijg het idee dat de ijzers aan het ijs plakken en vraag me af of dit wel de bedoeling is. Eerst maar ‘s een steigerung om het gevoel te krijgen. En dat valt niet tegen: ik voel eigenlijk direct dat de zijwaartse druk veel groter is dan ik gewend ben. De schaats lijkt bijna een eigen weg te volgen, maar dan wel de goede: recht vooruit. 

In de bocht schrik ik en draai er bijna uit. De schaats is zo koersvast dat een kleine fout in de houding me gelijk naar buiten doet sturen. Dat moet ik de volgende bocht beter doen, wat lukt: met de schouder er goed ingedrukt gaat het prima. Het technische blok van 10 rondjes geeft me al vrij snel het goede gevoel, hoewel ik het idee heb dat ik langzamer ga. Als ik later mijn transpondertijden aflees, blijkt het dat schijn bedriegt: ik ging ruim sneller. Door de druk die ik beter kan houden, wordt mijn bewegingsritme lager. Ik ben simpelweg efficiënter gaan rijden. De bochten gaan ook al beter, maar ik heb wel door dat mijn lichaamshouding moet kloppen. De schaats dwingt me als het ware al in de juiste houding. Doe ik dat, dan kan ik op druk, maar toch ontspannen gewoon goed de krappe Nijmeegse bochten door. 

 

Meer vertrouwen door betere bochtentechniek

Maar iedereen kan in een Ferrari rijden, zolang je maar niet te hard gaat. Dus is het tijd om er ‘s wat druk op te zetten. Ik benader elke bocht in een gedrukt tempo, grijp vervolgens de bocht aan alsof het een demarrage is in een marathon en probeer zo veel mogelijk snelheid te maken. En dat kost me toch wat moeite, want een hoge frequentie opbouwen met een schaats die vrij ‘vast’ aan het ijs zit, dat kost me meer moeite dan ik hoopte. 

Ik vraag me af of dit me ook parten gaat spelen als ik de bocht op volle snelheid rij en neem met het drietal 500 metertjes de proef op de som. De start gaat goed, voorzover een slow-starter als ik goed start, en ik voel dat de versnelling in de eerste bocht beter tot z’n recht komt dan een vanuit een acceleratie. ‘Dat is vast winst’, denk ik, en stuur het rechte stuk op. Daar krijg ik een sensatie die ik met mijn oude schaatsen niet had: ik kan zoveel meer druk zetten dat ik het gevoel heb dat ik meer door versnel dan ik gewend ben. Maar daar is dan alweer die volgende bocht, en ik dreig te schrikken van de snelheid. ‘Compact blijven’ flitst het door me heen, en ik duik de bocht in. Vanaf de eerste slag voel ik dat het goed zit en ik weet de bocht ondanks de snelheid prima uit te versnellen. Op druk, met een relatief laag ritme. In de twee volgende 500 meters krijg ik zoveel vertrouwen, dat ik mijn heup er iets meer in duw, en zowaar, ik kan veel verder hangen. En ga dus gelijk bijna een seconde harder. Test geslaagd, in Nijmegen althans. 

 

Op het snelle ijs van Leisure World Dronten

Het ijs in Dronten glijdt fors beter dan dat in Nijmegen, wat het rijden van de bochten nog interessanter maakt. Want dat de schaats mij op de rechte stukken beter laat rijden, daar ben ik al van overtuigd. De versnelling is in Dronten zo mogelijk nog groter dan in Nijmegen, en ik voel hoe ik mijn afzet heel gecontroleerd kan houden: plaatsen, overkomen, de druk naar de zijkant, het is alsof de schaats het voor me dicteert. Slordigheidjes laat de schaats me niet maken. De bochten lopen goed en ik ervaar dezelfde sensatie als eerder in Nijmegen. De acceleratie-oefening kan ik in Dronten in een groepje doen, waardoor ik gedwongen wordt nog feller aan te zetten. Maar ook hier merk ik dat ik toch niet het ritme haal dat ik wil en verlies in het aanzetten telkens iets terrein. 

 

Koersvast op zwaar ijs van de Haagse Uithof

Van het gladde Drontense ijs is de stap naar de Haagse zandbak groot. Het is stroef, het is druk op de baan en na ruim een uurtje is het ijs aardig uitgetrapt. Ideaal ijs voor een laatste test dus, want dit had ik nog niet gedaan. Ik bedenk me vooraf dat door de extra druk het goed mogelijk is dat de schaats makkelijker in een spoortje kan blijven hangen, en besluit dit extra op te zoeken, dan kan ik gelijk zien hoe de schoen zich gedraagt als het even dreigt mis te gaan. Riskant, maar in een marathon best belangrijk. Het duurblokje gaat moeiteloos, de acceleratie uit de bocht voelt ook hier wat zwaar, maar de stukken op snelheid lijken zelfs beter te gaan dan in Dronten. Dat kan overigens ook komen doordat ik steeds meer aan de schaats wen. Van groeven lijk ik vrijwel geen last te hebben, ik heb nergens het gevoel dat ik sterk moet corrigeren. De schaats is gewoon zo koersvast dat hij zich daar niks van aantrekt en ik hobbel tamelijk zorgeloos over de uitgesleten stukken. Een kleine zwieper in een uitgetrapte scheur weet ik makkelijk te corrigeren en ik voel totaal geen speling op de schoen.

 

Veel druk en controle als basisgevoel

Het valt me op dat de schaats zich niet zoveel van verschillende types ijs aantrekt. Natuurlijk ga je harder op glij-ijs en zijn uitgetrapte bochten nooit goed voor je snelheid. Maar het basisgevoel van de schaats blijft hetzelfde: heel veel druk en controle. Op de rechte stukken, in de bochten, je rijdt ontzettend koersvast. Het is bijna alsof de schaats zelf voor je stuurt, hoewel je er gewoon ruim voldoende invloed op hebt. De stevige en toch comfortabele schaatsschoen helpt daar overigens ook flink bij. Ik merk echt dat ik minder slordig rij en durf veel verder over te komen dan ik gewend ben, met meer snelheid tot gevolg. In de bochten is het hetzelfde verhaal: meer druk, de schaats dwingt je in de juiste houding, waardoor je meer vertrouwen krijgt en dus meer durft te hangen. 

Beter leren schaatsen met de Cadomotus Balance

De Cádomotus Balance is een schaats die je naar mijn idee beter laat schaatsen. Het is een schoen die niet per se vergevingsgezind is, maar die voorkomt dat je zondigt tegen de regels van de techniek. Persoonlijk heb ik wat moeite met de acceleratie in de bochten, wat vooral in marathonwedstrijden een rol zou kunnen spelen. Maar daar staat tegenover dat je zoveel extra balans hebt, dat je daarmee veel meer speelruimte krijgt om de uitersten op te zoeken, in het overkomen, in het afzetten, in het hangen in de bocht, dat je er uiteindelijk beter, technischer en harder door gaat schaatsen. En wie wil dat nou niet?

Eigenschappen Cádomotus Balance

  • Helpt je techniek
  • Koersvastheid
  • Controle
  • Betere ‘hang’ in de bochten
  • Comfort
  • Stevige schoen