Het is een indrukwekkend rijtje: inline-skaters die de overstap maakten naar het ijs en grote successen behaalden. Chad Hedrick, Derek Parra, Jennifer Rodriquez, Brittany Bowe, Peter Michael, Bart Swings, Joey Mantia en dichterbij huis natuurlijk Mark Tuitert, Koen Verweij en de gebroeders Mulder. Het is zomaar even een greep uit het nog altijd groeiende reservoir inline-skaters dat soms schijnbaar uit het niets het schaatsen domineert. Je zou denken dat de combinatie van beide sporten een sleutel voor succes is, maar veel trainers kijken er toch sceptisch naar. ‘De schaatstechniek raakt door inlinen verstoort, maniertjes die je op de wielen aanleert zijn moeilijk af te leren’, zo luidt de kritiek. Oud wereldkampioenen inlinen én schaatsen Michel Mulder en Joey Mantia kijken hier heel anders tegenaan. “Ik heb het altijd samen gedaan”, zegt Michel Mulder “Ik ben het totaal niet eens met trainers die zeggen: ‘Het gaat ten koste van’.”
Techniek | Schoenen | Afzet | Topniveau | Gewoontes | Jonge Sporters | Mentaal
Inlinen slecht voor schaatsen?
Hij wilde eigenlijk zijn inline-techniek verfijnen en hoopte dat op het ijs te doen: het is de Amerikaan KC Boutiette die in 1993 dacht een tijdje op het ijs door te brengen om zo een betere inliner te worden. Een jaar later stond hij op de Olympische Spelen in Hamar en nog weer twintig jaar verder zwaaide hij pas af. Als schaatser welteverstaan. In zijn slipstream volgden een hele reeks inliners die op het ijs grote successen boekten. Wat ook volgde was een discussie die van tijd tot tijd weer in alle heftigheid oplaait. Want dat inlinen, is dat niet gewoon heel slecht voor het schaatsen? Om deze vraag te kunnen begrijpen is het allereerst belangrijk de verschillen in techniek tussen beide sporten in kaart te brengen.
Schaatsschoen versus skeelerschoen
Zet je een hedendaagse skeelerschoen en een schaatsschoen naast elkaar, dan valt er één ding direct op: de skeelerschoen is hoger en robuuster, de schaatsschoen ranker en aerodynamischer. Neem de Cádomotus Balance-schaatsschoen en de Cádomotus Ci1 iD Inline-schoenen: de verschillen zijn met het blote oog direct zichtbaar.
De Cádomotus Balance-schaatsschoen en de Cádomotus Ci1 iD-skeelerschoen
Het uiterlijke verschil tussen beide schoenen is een gevolg van de verschillen in techniek tussen beide sporten, iets waar Cádomotus in z’n ontwerpen zo optimaal mogelijk rekening mee houdt. Dat zit zo: als je schaatst, bouw je langzaam druk op in je afzet, waardoor het loont om diep te zitten. Zo kun je langer strekken en daarmee meer snelheid ontwikkelen. Ook kun je door die diepe zit je enkel meer op slot zetten dan bij het meer dynamische skeeleren. Om die reden heb je minder steun nodig rond die enkel, waardoor een schaatsschoen doorgaans lager is dan een skeelerschoen, waar je die steun wel nodig hebt.
Verschillen in afzet tussen schaatsen en skeeleren
Als je skeelert, wil je in tegenstelling tot schaatsen, die druk al aan het begin van je afzet geven. Want doorstrekken levert niets op: strek je te ver, dan hebben je wielen geen grip meer. Dat speelt met schaatsen niet, omdat je met je schaatsijzer in het ijs snijdt, je daardoor in je afzet kunt hangen en als gezegd langer kunt strekken en daarmee meer snelheid ontwikkelen. Doe je dit strekken op je skeelers, dan zul je verderop in je afzet grip verliezen. Ver strekken werkt dus niet. Gevolg is dat de afzet met skeeleren flink korter is en je minder diep hoeft te zitten. Uit dit gegeven is de skeelertechniek ontwikkeld: je zorgt dat je vroeg in je afzet druk zet. Om hier optimaal van te profiteren zet je die druk eerst naar binnen en vervolgens naar buiten. De kenners snappen dat het hier gaat om de doublepush. Een schoen als de Ci1 iD is hier volledig op ontworpen: met veel aandacht voor steun rond de enkel, waardoor de controle en de overbrenging van kracht optimaal is. De schaatsschoen op zijn beurt oogt niet alleen subtieler, de schoen is ook veel meer ontworpen op het overbrengen van gevoel op het ijs.
28-time world champion inline speed skating Joey Mantia, ISU World Champion Mass Start (Heerenveen 2021) ice speedskating
Schaatsen en skeeleren op topniveau combineren
Veel schaatstrainers ervaren die korte en krachtige doublepush-beweging in combinatie met het minder diep zitten als problematisch. Pas je dit toe in het schaatsen, dan kan dit ten koste gaan van de efficiëntie, zo is de redenering. Maar wordt door schaatsers te verbieden te skeeleren, het kind niet met het badwater weggegooid? Wereldkampioen schaatsen én skeeleren Michel Mulder had daar de nodige discussies over met zijn trainer Gerard van Velde. “Dat waren niet altijd makkelijke gesprekken”, vertelt hij. Wat in het geval van Michel hielp, was dat hij aan het begin van zijn carrière gelijk liet zien de combinatie prima aan te kunnen. “Dat ik in 2011 naar het WK in Korea kon, daar een bronzen medaille haalde en zeven weken later tweede werd op het NK schaatsen. Dan kun je het jaar erna zeggen: hé, het werkte gewoon. Dan kun je het nog een keer doen.”
De kritiek dat hij door te skeeleren een mindere schaatser zou zijn, legt hij resoluut naast zich neer. Hij heeft zich een periode alleen op het schaatsen toegelegd, vertelt hij, maar juist dát pakte niet goed uit. “Het is heel persoonlijk, niet iedereen kan beide sporten doen. Maar voor mij was het niet het geval. Ik ging juist weer beter schaatsen, toen ik het skeeleren er weer meer volledig bij pakte. Voor mij was het zomerprogramma voor het skeeleren gewoon heel waardevol voor m’n ijsseizoen, zo bleek.”
Michel Mulder wordt wereldkampioen skeeleren op de 500m tijdens de WK in Ascoli Italie 2012. Twee jaar later wordt hij Olympisch Kampioen op de 500m op het ijs tijdens de Winterspelen van 2014 in Sotchi
Gewoontes uit het skeeleren afleren in het schaatsen
Ook skeelerlegende en drievoudig wereldkampioen bij de mass start op het ijs Joey Mantia ziet geen problemen in de combi. Dat hij nu zich op competitieniveau alleen op het schaatsen heeft toegelegd, heeft vooral een praktische reden. “Toen ik naar Salt Lake City verhuisde was er geen baan, geen indoorskating, niks wat ik zou nodig hebben in mijn programma om competitief te zijn op topniveau in het skeeleren. Dus ik heb het naar de achtergrond geschoven. Maar ik doe ze wel regelmatig om en ga een stuk skaten, dan doublepush ik en probeer ik niet de schaatstechniek te gebruiken. Ik heb niet het gevoel dat het mijn schaatsen slechter maakt. Ik heb het idee dat mijn schaatstechniek nu prima is afgestemd. Je kunt niet een eenduidig zeggen: je kunt niet schaatsen en skeeleren tegelijk, of andersom."
Wel geeft hij aan dat het hem bijna 10 jaar heeft gekost om een aantal hardnekkige gewoontes af te leren op het ijs, maar dat had alles te maken met het feit dat hij niet met schaatsen was opgegroeid, zo analyseert hij. “Op skeelers hoefde ik nauwelijks aan mijn techniek te denken, dat gebeurde natuurlijk. Ik denk dat ik daarom een aantal jaren heb geworsteld om consistent op het ijs te worden. Omdat ik, als ik ontspande en gewoon deed waarvan ik dacht dat het natuurlijk was, dat niet het juiste was voor schaatsen. Het scheelt een stuk als je van jongs af aan hebt geschaatst en vervolgens bent gaan inlinen, of dat je ervaring hebt met beide sporten.”
Michel Mulder was zo iemand die van jongs af aan schaatste én skeelerde en leerde zo de schaats- en skeelertechniek te onderscheiden. “Ik denk dat je van skeeleren heel behendig wordt, dat heeft het mij ook gebracht”, vertelt hij. “Dat mensen om je heen rijden, dat is met skeeleren fijn. Met schaatsen rijd je niet met anderen, tenzij je voor de mass start gaat. Maar je wordt wel behendig en de techniek lijkt niet op elkaar. Wat ik fijn vond was dat je ook in de zomer constant bezig was met technische dingen.”
De broers Michel & Ronald Mulder sprinten tegen Bart Swings op de skeelerbaan in Heerde, tijdens de Europe Inline Cup 2009
Jonge sporters hebben veel aan schaatsen én skeeleren
Dat het skeeleren bij jonge rijders een slechte invloed zou hebben op de schaatstechniek noemt hij dan ook onzin. “Kinderen kunnen zoveel leren”, legt hij uit. “Ik vind dat echt onzin, hele grote onzin. Sterker nog: je daagt kinderen uit om hele nieuwe dingen te leren. Daar ga je alleen maar profijt van hebben, welke sport je ook gaat doen. Nee, ik ben natuurlijk heel erg voor, ik ben als gymleraar opgeleid en weet dat je, als je juist zoveel mogelijk bewegingen aanleert, je daar het meest aan hebt. Ook al heeft het niks met schaatsen te maken. Ik ben heel erg van het breed opleiden. Daarom ben ik het totaal niet eens als trainers zeggen: ‘Dat gaat ten koste van’. Waar hebben we het over? Ik heb het altijd samen gedaan. Er zijn heel veel voorbeelden van skeeleraars die zijn gaan schaatsen.”
Michel Mulder op kop in de Team Sprint gedurende de ISU Worldcup speedskating
“Inlinen is veel leuker dan schaatsen”, zegt Joey Mantia eerlijk, en die ervaring telt wat hem betreft ook flink mee. “Je kunt zo naar buiten op je skates, de natuur in, de wegen op, met een zonnetje erbij. Dat is voor mij een veel plezierige ervaring. Ik zou ook nooit zijn overgestapt als ik niet op een punt in mijn carrière was gekomen waar ik verzadigd was geworden. Ik stond 5, 6 jaar aan de top en ik begon in herhaling te vallen.” Wat Michel betreft was het dat competitie-element, het racen tegen elkaar in het skeeleren, dat hem ook in zijn schaatscarrière hielp. “Die wedstrijden in de zomer motiveerde mij dusdanig, dat kon ik niet in een training nabootsen. Als ik die hele zomer aan het trainen was voor die schaatswedstrijden, dan had je toch een half jaar geen wedstrijden. Dan kun je wel wedstrijdsimulaties in trainingen doen en dat hadden we natuurlijk wel, maar ik merkte toch dat ik die wedstrijden nodig had. Qua intervaltrainingen was ik veel beter getraind door het skeeleren, want dat was een grote interval op het hoogste niveau.”
Peter Michael wordt wereldkampioen skeeleren en verslaat Fabio Francolini en Bart Swings op de 1000m in Ascoli 2021
Mentaal voordeel skeeleraars ten opzichte van schaatsers
Die wedstrijden in het skeeleren, het vermogen jezelf pijn te doen, Joey Mantia ziet het als onbetaalbaar. Er is een diepe competitieve drang in het inlinen die je op het ijs niet hebt. Hoewel schaatsen zwaarder is voor je lichaam waar het gaat om opbouw van melkzuur en meer een aanslag pleegt op je spieren, zijn inline skaters veel beter in staat zichzelf pijn te doen. Ik weet niet of het te maken heeft met ademhaling, of het mentaal is, of een combinatie. Maar het is een andere soort pijn, waar je jezelf doorheen kunt duwen. Daarom denk ik ook dat je snel succes ziet bij inline skaters die net overgeschakeld zijn naar het ijs. Die zijn heel snel best goed. Sommigen groeien dan niet meer, maar anderen breken er doorheen en worden schaatsers van wereldklasse, wereldkampioen of Olympisch kampioen.Het is een belangrijke factor dat inliners in staat zijn zichzelf pijn te doen. Van: ik doe m’n kop omlaag en ga door de pijn heen. Peter Michael is een goed voorbeeld hiervan.”
De bottomline voor beide sporters is wel het plezier dat ze altijd hebben gehad in het skeeleren en met veel liefde hier op terugkijken. Voor Joey Mantia is zijn eerste liefde nog altijd de grootste, ondanks de belofte van Olympisch goud op het ijs. “Het is uiteindelijk leuker dan schaatsen, het heeft meer wedstrijdrijders, het is een grote sport. Ik ben geen sportwetenschapper, maar het is leuker en ik zou er eigenlijk altijd de voorkeur aan geven boven schaatsen.” Zo ver wil Michel niet gaan, maar dat de liefde diep er nog altijd diep in zit, is overduidelijk. “Het is zo’n leuke sport, het is zo spectaculair”, zegt hij met warmte in zijn stem. “Mensen denken natuurlijk altijd van: hij is wereldkampioen schaatsen. Maar die wereldtitel skeeleren is minstens, ik zeg niet meer, maar minstens zoveel waard als die wereldtitel schaatsen.”
Peter Michael wint de ISU World Cup 5.000m in Astana 2016
Vind je dit interessant en wil je meer lezen over de verschillen en de overeenkomsten tussen schaatsen (klapschaatsen) en skeeleren, lees dan ook Waarom je beter aparte schoenen voor schaatsen en skeeleren kan kopen
Wil je als eerste op de hoogte zijn van de nieuwste Cádomotus producten? Ben je nieuwsgierig hoe wij dingen aanpakken, of wil je weten wat de redenen zijn om voor een bepaald Cádomotus product te kiezen? Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief