‘De Pressure is zeker zo goed als de Sapphire en de Maple’
“Ik zoek graag dingen uit”, zegt Hans Gijsen bescheiden. Dat uitzoeken maakte de vriendelijke Brabander door de jaren heen tot geliefde vraagbaak en materiaalman van menig topschaatser. Want dankzij zijn wetenschappelijke benadering weet hij het optimale uit een setje ijzers te halen en heeft hij meer dan wie dan ook inzicht in wat werkt en wat beter kan. “Van de meeste schaatsen die er gemaakt zijn, heb ik vergelijkingsmateriaal, hoe ze ten opzichte van elkaar zijn.”
Zijn analyse van het hedendaagse topsegment in schaatsbuizen is ronduit opmerkelijk te noemen. “Eigenlijk is het idioot dat die schaatsen zo op elkaar lijken: ze hebben bijna allemaal een ronde, of bijna ronde, buis en die buis is 15 millimeter in doorsnede. Er zijn weinig afwijkingen”, zegt hij met een bijna verontschuldigende glimlach. Het is een opvallende stellingname van de man die ooit meewerkte aan het bekende blauwe ijzer van Viking, de Sapphire. “Er zijn natuurlijk hele kleine verschillen”, vervolgt hij. “Als je zo’n schaats laat laserlassen en je doet dat bij één bedrijf of bij een ander bedrijf, dan zullen er ongetwijfeld verschillen zijn, dat maakt het net een beetje anders. Er zijn een paar dingen heel belangrijk: hoe zo’n schaats gemaakt wordt, maar ook de consistentie, de kwaliteitsbewaking. Je moet echt naar dit soort details kijken: dat de onderkant bij het scharnierpunt in laterale richting, dus dwars op het ijs uitbuigt bijvoorbeeld. Dat is bij het ene type ijzer wat meer dan bij het andere. Maar over het algemeen zijn de waardes bijna hetzelfde.”
Pressure versus de Sapphire
Hij vergeleek een hele rits aan schaatsijzers en testte onlangs ook het nieuwe paradepaardje van Cadomotus, de Pressure. Hij was aangenaam verrast. “Hij is zeker zo goed als de Sapphire en de Maple. Het is vergelijkbaar en misschien wel beter”, legt hij uit. “Ik ken de eigenschappen van dat dual-phase-staal niet helemaal, maar het is heel sterk en heel erg elastisch. En dat is wat je wilt: dat die schaats staat en na belasting z’n vorm houdt. Meer hoeft ie niet te doen.” Want dat is wat een schaats die gemaakt is van sterk materiaal doet: die behoudt z’n vorm.
Gijsen vergelijkt het met een brug waar een te zware vrachtwagen overheen rijdt. “Die brug zakt gewoon in, maar gaat niet kapot. Die breekt niet. Door de elasticiteit van het staal zakt hij gewoon naar beneden. Als die vrachtwagen op het midden is, dan zakt de brug het diepst. En als de vrachtwagen verder rijdt, komt de brug weer omhoog. Een brug van sterk staal komt precies zo terug als hij was. Maar als het staal niet sterk genoeg is, dan blijft ie een beetje ingezakt achter. Dat is het verschil en dat is eigenlijk alles. Met een schaats is het net zo: die moet eigenlijk terugveren zoals ie was.”
“Dat metaal is gewoon elastisch”, vervolgt hij. “Ik heb toen bij Viking aan die blauwe schaats gewerkt, met het oog daarop. Als je de Nagano’s in een buigapparaat legt en je duwt een heel klein beetje, dan is ie al verbogen. En toen kwam Maple, dat was een goed alternatief. Daar moest je op gaan hangen om er verandering in te krijgen. Als ie eenmaal stond, dan bleef ie ook zo. Soms wel maanden. En dat is beter, want dan heb je een constante kwaliteit in je schaatsen.”
Wotherspoon brengt uitkomst
Hij legt uit dat vrijwel iedere schaats die uit de fabriek komt lichte slingers heeft in het mes. Om goed te kunnen testen maakt Gijsen ze eerst recht, de Pressure was geen uitzondering. Maar dat rechtmaken viel bepaald niet mee, vertelt hij. “Ik kreeg die schaats hier, ik wilde 'm recht maken en kreeg het bijna niet voor elkaar, zo sterk is ie”, vertelt hij met verbazing in zijn stem. Op een gegeven moment dacht ik zelfs dat het niet zo lukken. Ik had twee buizen en had ze allebei geprobeerd. Ik kreeg 'm gewoon niet goed. Er zit dan ergens een golf in. Die wil je terugduwen en recht maken, maar ik kreeg het niet voor elkaar.”
Gijsen is niet iemand die zomaar bij de pakken neerzit en legde het aan Jeremy Wotherspoon voor. “Die had ook een proefmodel gekregen.” De Canadese oud-topsprinter wist er wel raad mee, vertelt Gijsen. “'Ach', zegt Jeremy. 'Daar moet je niet zo moeilijk over doen. Dan moet je gewoon de blokken van die buiger hoger maken, dan kun je langer doorduwen'. Dat heb ik toen gedaan. Ik had nog van die blokjes liggen die hoger waren en heb die in de buiger gezet en dan kun je met die buiger veel verder komen. Toen lukte het. Maar je moest er aan gaan hangen, dat wil je niet weten”, vertelt hij breed lachend. “Daar krijg je gewoon spierpijn van in je armen. Zo’n Icon, daar moet je voorzichtig mee doen. Maar deze… Dan moet je echt weten hoe je hem zet en dan flink erop doorduwen, niet goed voor je rug.” Gijsen maakt een beweging alsof hij met z’n volle gewicht op de buiger hangt.
Goede schaats
Net als de brug van sterk metaal uit het voorbeeld, veerde de Pressure vervolgens vrijwel volmaakt terug. “Ik heb 'm gemeten in het midden en op verschillende andere punten. Dan krijg je er een verloop in te zien en zie je waarden bij hoeveel hij verbuigt.” Gijsen toont onderstaande grafieken, waar een opvallende gelijkenis met de Sapphire uit blijkt. “Het is een goede schaats, die Pressure. Hij lijkt meettechnisch erg op de Sapphire en de vroegere Maple.”
Kracht gemeten in laterale, ofwel axiale richting. Hierbij buigt de onderkant van het schaatsijzer naar buiten en dat geeft veel of juist weinig druk.
Kracht gemeten in radiale richting, waarin verandering van ronding optreedt. Zie ook deze blog.
We splitsen de kracht op een schaats in twee componenten; in de richting van het lemmet en haaks daarop. Haaks op het lemmet noemen we de laterale (of axiale) righting. Andere richting is radiale richting. Radiaal zorgt voor veranderen van de ronding, zie vorige blog. Axiaal maakt dat de schaats doorbuigt naar de zijkant en daardoor dus veel of weinig druk geeft.
Vergelijking tussen de Pressure, de Sapphire en de Icon. Hoe deze meting tot stand is gekomen lees je hier.
“Vergelijk de Pressure met de Sapphire of een Maple, die lijken gewoon heel erg veel op elkaar”, is dan ook zijn slotsom. Dat schaatsers ondanks de overeenkomsten grote verschillen voelen, heeft wat Gijsen betreft meer te maken met een aantal randvoorwaarden, dan met de ijzers zelf. “Mensen die een nieuwe schaats testen, voelen dat deze schaats niet helemaal hetzelfde is. Dat licht meestal aan de afmetingen, ronding, scherpte, profielhoogte, bevestigingspunten onder de schoen, alles wat ze gewend waren kan anders zijn. Alleen geloven schaatsers dat niet, als je dat zegt. Ze voelen anders aan, maar wat kunnen ze niet precies zeggen. Dan ga je het nakijken en dan zie je: deze schaats is helemaal anders dan die waar jij op reed. Die heeft een heel andere ronding, jij hebt 'm een beetje verslepen. Die ronding van jou schaats is daardoor een anders geworden en hij is ook niet even hoog meer. Dat is wat jij voelt. Die verandering heeft een grotere invloed dan de eigenschappen van de nieuwe schaats.”
Meer weten? Hans schreef een boek De wedstrijdschaats waarin hij tot in detail uitgelegd wat de noodzakelijke eigenschappen van een wedstrijdschaats zijn.