Het kan een ontzettend gepuzzel opleveren: het vinden van de juiste maat voor je schaats of skeeler. Maatje 42 is niet gewoon altijd maatje 42 en het kan van merk tot merk wel 2 maten schelen. Cádomotus helpt je wegwijs te worden in de jungle van schoenmaten, voetlengtes, breedtes en -hoogtes en biedt natuurlijk de nodige oplossingen.
Het is eigenlijk een eeuwenoud probleem waarmee je wordt geconfronteerd als je een nieuw setje schaats- of skeelerschoenen wilt kopen: de maatvoering is verwarrend en kan fors variëren, omdat er verschillende richtlijnen gehanteerd worden. Letterlijk eeuwenoud, want al in het middeleeuwse Europa bestonden er eindeloos veel maatsystemen naast elkaar, die soms zelfs van dorp tot dorp verschilden.
Meten is weten: zo kom je tot de juiste schoenmaat
Inmiddels is hier wel enige structuur in gekomen en kunnen we ruwweg spreken van twee systemen: het Franse en het Britse. Helaas zijn deze systemen ook weer niet eenduidig en bestaan er nog altijd een eindeloze reeks varianten en manieren van berekenen. Een echte richtlijn is er nooit gekomen, dus iedereen pakt het op z’n eigen manier aan. Zo gaat het Franse systeem uit van een formule, maar ook die is weer niet overal hetzelfde.
Wat ons betreft hoeft het allemaal niet zo ingewikkeld te zijn en is meten gewoon weten, zonder poespas. Je voetlengte opmeten doe je staand, want mét je lichaamsgewicht erop kan je voet zomaar een halve centimeter langer zijn. Hoe je precies een zuivere meting kunt houden en die in de juiste schoenmaat voor Cadomotus schaatsen en skeelers kunt vertalen, lees je hier. Let wel op: er zijn verschillende typen voeten, onderverdeeld in een Egyptische, Griekse en Romeinse variant (zie afbeelding), waarbij de grote teen niet altijd de verst uitstekende teen is. Ga voor een correcte meting wel altijd uit van de langste teen. Schoenen van Cadomotus hebben in ieder geval een ‘toe cap’ waarin alledrie de varianten zijn meegenomen en dus de nodige ruimte krijgen.
Brede voeten vragen aparte aandacht
Meten is weten, maar dat geldt opvallend genoeg weer niet voor de breedte van je voet. Door de schoenen door warmtevervorming passend te maken, heb je gelukkig wel speling. Gemiddeld tot ongeveer één maat, maar dan houdt het ook wel op. Schoenen zijn tegenwoordig opgebouwd uit een harde carbon kuipzool, waarvan de opstaande randen niet erg flexibel zijn, waardoor het een kwestie is van kiezen. Zijn die randen namelijk wel flexibel, dan lever je flink in aan stabiliteit bij de zijwaartse beweging.
Die druk is bij zowel schaatsen als skeeleren fors en daar wil zowel de doorgewinterde als de minder geoefende sporter geen speling op. Door je voet enigszins op te sluiten, heb je veel meer controle over je schaats of skeeler. Let in ieder geval bij aanschaf van je schaats- of skeelerschoen op, of je voldoende breedte hebt. Té krap is niet fijn, dus koop desnoods een maat groter. Dat beetje extra lengte is namelijk nauwelijks van invloed op de beweging en haalt soms letterlijk de druk van je voet.
Doorgaans kunnen schaatsen zonder problemen wel wat strakker zitten dan skeelers. Omdat skeeleren een zomersport is, is de kans dat je voeten door de warmte opzwellen flink groter. Ook kan het gebeuren dat je over wat grover terrein rijdt, waardoor je voeten door de trillingen extra kunnen opzwellen. Om deze reden (en tal van andere redenen) is het dan ook niet verstandig om met de meestal wat smallere schaatsschoenen te gaan skeeleren.
Steun in enkels en hiel
Waar temperatuur en ondergrond gelukkig geen invloed op hebben, is je hiel. Het is een enkel bot, dat niet uitzet en dat is maar goed ook. De hiel is ontzettend belangrijk voor de stabiliteit en kan gelukkig nauwkeurig en stevig ingeklemd worden. Deels door de schoen op te warmen en vacuum te vormen, zoals bij schaatsen volstaat en deels door de kuipzool samen te knijpen zodat de hiel helemaal opgesloten wordt, wat bij skeelerschoenen verstandig is. Skeelerschoenen zijn namelijk flink harder en minder makkelijk te vervormen en enkel vacuumvormen volstaat doorgaans niet. Doe wel handschoenen aan als je de schoen vervormt, het materiaal kan flink heet worden.
Ook op je enkels wil je met skeeleren zo min mogelijk speling. Net als bij de hiel geldt ook hier dat je extra ondersteuning en vooral stabiliteit nodig hebt. Je stuurt en accelereert hiermee flink beter en je voorkomt blessures. Met speling op de enkel ligt namelijk altijd het gevaar op de loer dat je enkel zwikt tijdens het rijden. Dat geldt vooral minder ervaren skeeleraars, zeker als ze door te grote wielen hoog boven het wegdek staan. Met een goede enkelondersteuning verbetert je skeelertechniek direct, al was het maar omdat je de kracht efficiënter overbrengt op de skeeler.
De Agility en de Rookie Two zijn skates met een formidabele enkelondersteuning die je door de stabiliteit die ze hiermee bieden direct beter laten skaten. Een cruciale ondersteuning dus, maar tegelijkertijd moet je wel wel voldoende bewegingsvrijheid houden om je beweging te maken, voldoende diep te kunnen zitten en met het nodige comfort te kunnen rondrijden. De schaats- en skeelerschoenen van Cadomotus zijn precies daarom voldoende flexibel, waardoor je de enkel gewoon kan buigen en vrij kan bewegen, zonder verlies aan ondersteuning.
Ritsen en buckles met een hoge of lage wreef
De lengte van je voet meet je dus op, de breedte is een kwestie van passen en de schoen opwarmen, maar dan ben je er nog niet. Je voet heeft ook een zeker volume of hoogte. Het scheelt met het sluiten van je buckle met je skeelerschoen of de rits met je schaatsschoen nogal of je een hoge of lage wreef hebt. Bij een hoge wreef krijg je de rits van de aero-cover soms slecht dicht en bij een lage wreef kan het gebeuren dat je de ‘powerbuckle’ niet strak genoeg kan aantrekken.
Om dit voor te zijn, helpt het in het geval van een hoge wreef om een bredere schoen te passen. Je voet is waarschijnlijk dikker dan gemiddeld en een bredere schoen biedt dan voldoende ruimte. Het voorkomt ook nog eens drukpunten en knelplekken, vooral in de bovenkant van de schoen zoals de neus en de wreef. Is je voet daarentegen dunner dan gemiddeld, dan raden we een brede schoen juist weer af. Een losse en instabiele pasvorm kunnen leiden tot blaren, wrijving en enkelblessures. Cadomotus kiest wat betreft de breedte van de schoenen de gulden middenweg: ze zijn niet smal en ze zijn niet breed.
Cádomotus maakt het je makkelijker
De wirwar van maten, het gegoochel met voetbreedte’s en -hoogtes, het maakt het vinden van een juist schaats- of skeelerschoen soms tot een uitdaging waarbij het soms lastig kiezen is. Maar door simpelweg je voeten goed op te meten zonder je gek te laten maken door allerhande varianten in je schoenmaat, heb je een prima uitgangspunt voor het vinden van een goed passende schaats- of skeelerschoen. Cadomotus maakt het je vervolgens een stuk makkelijker, door schoenen te bieden die rekening houden met verschillende voetvormen, die op een aantal punten buitengewoon goed op je voet zijn aan te passen. Het resultaat is dat je op het ijs of de weg, met een stevig zittende schoen die zowel stabiel is als de nodige flexibiliteit biedt, effectiever en met meer plezier je sport kunt beoefenen.
Lees hier hoe je jouw voeten het beste op kan meten.